Als een eenvoudig woord als als als voegwoord wordt misbruikt, word ik vals. Misschien komt het in andere delen van Nederland ook in het wild voor, maar in Noord-Holland hoor ik vaak dat als als of wordt gebruikt, bijvoorbeeld:
‘Ik zal nakijken als ik morgen om acht uur kan.’
‘Het lijkt wel als het gaat regenen.’
Als je zegt: ‘Ik zal nakijken als ik morgen om acht uur kan,’ dan zeg je eigenlijk: ‘Ik zal nakijken indien ik morgen om acht uur kan.’ Dus alleen als je morgen om acht uur kunt dan zul je het nakijken. Maar om te weten te komen of je morgen om acht uur kunt, zul je het toch eerst moeten nakijken. Dat is waar het gruwelijke misbruik van als toe kan leiden: je hebt jezelf in een taalkundige impasse gebracht.
Als je zegt: ‘Het lijkt wel als het gaat regenen,’ dan zeg je eigenlijk: ‘Het lijkt wel indien het gaat regenen.’ Dus alleen als het gaat regenen, lijkt het wel. Lijkt het wel op wat? Of lijkt het dan op wel? Heeft regen dan het vermogen om het op wel te laten lijken? Daar heb ik nog nooit bewijs van gezien, dus als maakt ook hier een onzin van een zin.
Als je me vraagt als ik nog irriscore geef, dan vraag ik je of je eerst de regels wilt lezen en daarna de vraag opnieuw wilt stellen. Als bestraffing krijg je dan een stuk als 7 op de irrischaal.