Dat premier Balkenende geen natuurlijk overwicht uitstraalt en hard moet werken aan zijn statuur, weet iedereen. Hij blijft zijn uiterste best doen om als leider over te komen en de personificatie van de VOC-mentaliteit te worden, maar het wil nog steeds niet echt lukken.
Een doorzettertje is het wel. Hij blijft steeds nieuwe methoden proberen om zijn natuurlijke autoriteit op te vijzelen, maar iets wat er niet is valt lastig te verbeteren. In ieder geval heeft hij zijn snelle gestamel al tot iets duidelijker hoorbare taal weten te vertragen. Of het ook begrijpelijker is geworden, daar twijfel ik nog over.
Aan zijn woordkeus besteedt hij ook aandacht. Ik vermoed dat velen denken dat zijn veelvuldig gebruik van het woord aangeven voortkomt uit gemakzucht, maar ik denk dat het een weloverwogen strategie is. Als je als de pachter van de waarheid en rechter over goed en kwaad wilt overkomen, dan zeg je niet: ‘Ik heb al meerdere keren gezegd dat…’, maar ‘Ik heb al meerdere malen aangegeven dat …’
Aangeven impliceert dat je een – ongetwijfeld door God gegeven – inzicht in de absolute waarheid hebt en dat je je discipelen een klein glimpje van je verlichte wijsheid laat zien. Als je iets gewoon zegt dan is dat een mening die zonder pardon van tafel kan worden geveegd. Jan Peter kan er niets aan doen, maar ook regententaal kan hem geen uitstraling van autoriteit geven.
Laat ik aangeven de aangever te willen zijn voor de bestrijding van aangeven. Als Jan Peter als eerste aangeeft dit woord niet meer te gebruiken, dan zal ik er geen 7, maar een 6 aan geven.